Een oproepkracht die een oproepovereenkomst met voorovereenkomst heeft, heeft weinig loonzekerheid, omdat een werkgever slechts loon betaalt als de oproepkracht daadwerkelijk werkzaamheden verricht na een oproep. De werknemer heeft daartegenover de vrijheid om al dan niet gehoor te geven aan een oproep door de werkgever. De voorwaarden die van toepassing zijn, staan in een voorovereenkomst.
Een van de grootste verschillen tussen een oproepovereenkomst met voorovereenkomst en een arbeidsovereenkomst is dat er feitelijk geen gezag kan worden uitgeoefend over de oproepkracht, omdat aan de kant van de werkgever geen verplichting bestaat arbeid aan te bieden en aan de kant van de oproepkracht geen verplichting bestaat om aan de oproep gehoor te geven.
Maar elke keer als de oproepkracht gehoor geeft aan een oproep, ontstaat een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De kleine mate van loonzekerheid die een oproepkracht heeft, kan in de praktijk worden doorbroken door de ketenregeling. Hiervan zijn partijen zich vaak niet bewust.
Volgens de ketenregeling ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zodra meer dan drie opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn overeengekomen of zodra tijdelijke arbeidsovereenkomsten tezamen langer dan drie jaar duren. Zonder dat werkgevers of werknemers zich daarvan bewust zijn, zullen arbeidsovereenkomsten met oproepkrachten daardoor vaak leiden tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Omdat de oproepkracht bovendien na 12 maanden recht heeft op een vaste arbeidsomvang, die ten minste gelijk is aan de gemiddelde omvang van de arbeid in die voorafgaande periode van 12 maanden, kan ongemerkt een vaste loonverplichting voor de werkgever ontstaan.
Advies arbeidsrecht advocaat nodig?