Een werkgever die vermoedt of weet dat er sprake is van schending geheimhouding of privacy door een werknemer, dient zorgvuldig te werk te gaan. Wat is schending geheimhouding of privacy precies?
Strafrechtelijk wordt er onder schending geheimhouding of privacy verstaan: “Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt.” Onder normale omstandigheden is schending geheimhouding of privacy een reden voor ontslag. Een dergelijke handeling maakt meestal dat van de werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden om met de betrokken werknemer nog maar een dag langer verder te gaan.
Schending geheimhouding of privacy is ook één van de gronden die als voorbeeld genoemd worden voor ontslag op staande voet, namelijk in artikel 7:678 lid 2 sub i BW: "dringende reden zullen onder andere aanwezig geacht kunnen worden: wanneer hij bijzonderheden aangaande de huishouding of het bedrijf van de werkgever die hij behoorde geheim te houden, bekend maakt."
Omdat schending van de geheimhoudingsplicht of privacy een strafrechtelijk vergrijp is, kan hiervan aangifte worden gedaan bij de politie. De politie zal veelal eerst afwachten wat de werkgever zelf onderneemt en vaststelt, zeker als het ontslag van de werknemer op zich al als een passende sanctie wordt gezien. Mogelijk ook dat de politie zich niet te snel wil mengen in een interne aangelegenheid op het werk.
Een ontslag wegens dringende reden dat per direct ingaat heeft grote gevolgen voor de werknemer. Het dienstverband eindigt per omgaande, waardoor de werknemer geen recht meer heeft op werk en loon. De werknemer die de geheimhoudingsplicht heeft geschonden komt niet in aanmerking voor een WW-uitkering, aangezien de werknemer een verwijt gemaakt kan worden voor het einde van het dienstverband. Degene is door de schending geheimhouding of privacy verwijtbaar werkloos en het UWV zal een uitkering dan ook weigeren.
Jurisprudentie verschaft duidelijkheid over de vraag of het doorspelen van belangrijke bedrijfsinformatie door een werknemer op zichzelf een grond voor ontslag op staande voet oplevert.
Ook als een geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst ontbreekt, is ontslag op staande voet mogelijk indien de werknemer gevoelige bedrijfsinformatie doorspeelt. De plicht tot goed werknemerschap leent zich daar uitstekend voor. Een werknemer is verplicht zich als een goed werknemer te gedragen. Het doorspelen van bedrijfsgevoelige informatie aan derden kan in strijd zijn met goed werknemerschap en rechtvaardigt een ontslag op staande voet. Het ontbreken van een geheimhoudingsbeding doet hieraan niet af, omdat een goed werknemer gehouden is geheimhouding te betrachten.
Advies arbeidsrecht advocaat nodig?