Twijfelt u aan de rechtsgeldigheid van een testament? Vraagt u zich af of het mogelijk is om de nietigheid van een testament in te roepen? Wij bespreken een actuele uitspraak.
Heeft erflater een testament opgemaakt, dan doet zich wel eens de vraag voor of erflater ten tijde van het opmaken van het testament wel wilsbekwaam was. Of anders gezegd; of erflater bij het opmaken van het testament wel in staat was om zijn/haar wil te bepalen. Wordt vermoed dat dit niet het geval was, zoals bij bepaalde vormen van dementie, dan zou het testament nietig kunnen zijn en daarmee (dus) niet rechtsgeldig.
Het lijkt steeds vaker voor te komen dat de vraag naar de rechtsgeldigheid van een testament aan de rechter wordt voorgelegd. Als u vermoedt dat een erflater bij het opmaken van het testament wilsonbekwaam was, dan zou u als erfgenaam de wens kunnen hebben zich daarop te beroepen, bijvoorbeeld omdat u bent onterfd.
De wilsbekwaamheid wordt getoetst op het moment dat het testament wordt opgemaakt. Die toets vindt plaats door de notaris. Het is echter de vraag of de notaris altijd in staat is om de geestgesteldheid van de persoon die tegenover hem zit vast te stellen.
Een testament kan in sommige gevallen nietig worden verklaard, als u kunt bewijzen dat erflater op het moment van testeren niet meer zijn vermogensrechtelijke belangen kon overzien. Dat zou (bijvoorbeeld) kunnen blijken uit het medisch dossier. De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 9 december 2020 uitspraak gedaan over de vraag of de wilsonbekwaamheid van de erflater ten tijde van het opmaken van het testament bewezen verklaard kon worden (ECLI:NL:RBMNE:2020:5335).
In dat geval stond vast dat bij erflater ten tijde van het opmaken van het testament sprake was van (een vorm van) dementie. De rechter oordeelde echter, nadat verschillende deskundigen aan het woord waren gelaten, dat onvoldoende was komen vast te staan dat erflater zo ernstig dement was dat hij in het geheel geen heldere momenten meer had. Of – om de woorden van de rechtbank te gebruiken- dat onvoldoende is komen vast te staan dat ten tijde van het testeren sprake was van een stoornis van de geestvermogens die zodanig was dat deze een redelijke waardering van de bij de uiterste wil betrokken belangen heeft belet.
Ondanks dat de eisende partij dementie heeft kunnen aantonen, trok hij uiteindelijk aan het kortste eind. Het nietig laten verklaren van een testament is dus – gelet op de bewijslast – zeker niet onmogelijk, maar bepaald niet eenvoudig.